Hergebruik is vanzelfsprekend bij Studio O
Wist je dat in Beverwijk volop duurzame doeners zijn? Inwoners en ondernemers die op allerlei manieren hun energieverbruik omlaag brengen, zuinig omgaan met grondstoffen of zorgen voor meer groen. Laat je inspireren door hun verhalen!
Het verhaal van Studio O
Studio O huist in een onopvallend schoolgebouw in een doorsnee Beverwijkse straat. Zo gewoon als de buitenkant is, zo bijzonder is het binnen. In elke ruimte heerst een andere sfeer. “Dat komt doordat elke ondernemer in een andere discipline werkt”, legt Jan van Kampen uit. Zelf verenigt hij computerwetenschap met kunst. Het pand deelt hij met onder meer een muzikant, een meubelrestaurateur, een sieradenmaakster en zelfs een buikdanseres. In zijn atelier liggen stapels monitoren en touchscreens, afgedankt door scholen. Bij textieldesigners Jas & Cal staat een wand vol kleurige garens – allemaal restanten uit de textielindustrie – terwijl theaterontwerper Nikki Kröder kostuums maakt met kleding uit de kringloop als basis. En Francesca Heijnis is juist bezig met een kunstwerk voor het Pollution Art Festival, gemaakt van afvalplastic en gebruikt visdraad.
Inrichting
Ook in de gezamenlijke ruimtes is hergebruik het uitgangspunt. Met veel creativiteit is de inrichting opgebouwd uit restmaterialen. De tafels en barkrukken zijn bijvoorbeeld gered uit de afvalbakken van theaters. Het zegt iets over de mentaliteit van de ondernemers dat er zelfs een emmer staat voor restjes uit spuitmachines; als je die trouw verzamelt, heb je vanzelf weer nieuwe verf. De ondernemers beschouwen niet snel iets als afval; hergebruik is voor de meeste van hen een manier van leven.
“In mijn eigen huis is alles tweedehands, ik vind dat het veel meer uitstraling heeft”, zegt Nikki. Jan beaamt dat: “Als je alles van restmateriaal uit mijn huis zou weghalen, zou er niets meer overblijven.”
Energieverbruik
Ook in andere opzichten is Studio O duurzaam bezig. De verwarming slaat bijvoorbeeld niet op standaardtijden aan, maar wordt alleen gebruikt als het echt nodig is. Dat gebeurt via een qr-code, waarachter een door Jan ontworpen systeem schuilt. Hij heeft ook alle apparatuur in het gebouw doorgemeten, en kwam er zo achter dat een oude koelkast erg veel energie slurpte – die is dus uitgezet. Toch blijft er nog genoeg te wensen over. Het gebouw is slecht geïsoleerd en er zijn geen zonnepanelen: een taak voor de verhuurder, de gemeente, vindt Jan. Maar omdat over de toekomst van het pand nog geen besluit is genomen, gebeurt er voorlopig niets.
Creativiteit
Het hergebruik van Jan werd geboren uit geldgebrek, en daar is hij niet de enige in: “De cultuursector heeft nu eenmaal erg weinig te besteden.”
Hij merkte echter al snel dat hij er creatiever van werd, omdat hij moest werken met de materialen die hij binnenkreeg. Dat maakte iets in hem los. “Ik begon het steeds leuker te vinden om met duurzame materialen te werken. Het is ook een sport geworden.”
Bij verschillende bouwbedrijven en scholen kennen ze hem inmiddels en weten ze waar hij naar op zoek is. Elke kunstenaar heeft zo z’n eigen contacten om aan materialen te komen. Elkaar helpen ze ook: even bij iemand aankloppen voor een stuk hout of wat wol is heel gewoon. Ook zijn er twee materiaalhokken waar iedereen spullen vandaan kan halen, ongeacht wie het er oorspronkelijk heeft neergezet.
Zichtbaar duurzaam
Met al hun activiteiten maken de ondernemers van Studio O hergebruik zichtbaar voor buurtbewoners én scholieren. De meeste van hen werken deels als kunstdocent. En ook bij educatieve projecten maken zij volop gebruik van restmaterialen. Zo vertelt Nikki enthousiast dat ze met leerlingen borduurt op oud steigerdoek en heeft Francesca met schoolkinderen plastic gejut om daar insecten van te maken. Niet iedere kunstenaar maakt van duurzaamheid een nadrukkelijk thema in de les. Maar allemaal laten ze door hun materiaalgebruik zien dat hergebruik heel gewoon én heel leuk is. “Die bewustwording is heel belangrijk”, vindt Francesca.
Om hun kratten materiaal te vervoeren, gebruiken de kunstenaars een bakfiets, die ze gezamenlijk in bezit hebben. Een tweedehandsje natuurlijk, helemaal opgeknapt met resthout.