Schapen verslaan maaimachines op Beverwijks groen
Veel mensen worden spontaan blij als ze de schaapskuddes van Marleen de Bie in Beverwijk en Heemskerk zien grazen. Ouders met kinderen lopen regelmatig speciaal naar de begrazingsplekken toe om de schapen met hun markante zwarte gezichtsvlekken te bewonderen. “Ze brengen de natuur naar de stad”, zegt Marleen. Maar wist je dat deze dieren ook heel nuttig werk doen?
Marleen heeft zo’n zevenhonderd schapen, die ’s zomers tot wel zes plekken tegelijk begrazen in Beverwijk en omstreken. “Als je schapen met zwarte snoetjes ziet, zijn die van mij.”
Wie de kuddes kent, weet dat ze elke paar dagen naar een nieuwe plek verplaatsen. Marleen denkt goed na over wanneer en hoe dat precies gebeurt. “De schapen zorgen ervoor dat sommige planten beter verspreiden en dat andere juist bestreden worden. Soms zie ik kruiden waarvan het goed is als ze nog wat extra worden afgegraasd, zodat ze in het jaar daarop beter opkomen. Dan laat ik de schapen een dagje langer staan. En als ergens bijvoorbeeld de klaprozen net mooi in bloei staan, zet ik de hekken zo neer dat de schapen er niet bij kunnen.”
Giftige planten als lekker hapje
Schapen zijn heel goed in het bestrijden van ‘plaaggewassen’, zoals ongewenste planten worden genoemd. Bijvoorbeeld de giftige reuzenberenklauw: voor mensen een plant om bij uit de buurt te blijven, voor schapen juist een lekker hapje. “Die groeit op de Sint Aagtendijk, waar machines niet kunnen komen, maar mijn schapen wel. Doordat ze de planten opeten voordat ze uitzaaien, slaan ze niet over naar de Broekpolder.”
Ook de agressief woekerende Japanse duizendknoop, die veel schade veroorzaakt, zien de schapen als lekkernij. “Om ‘m uit te roeien heb je een heel lange adem nodig, maar als je steevast begraast, is de gedachte dat je ‘m uitput.”
Gouden hoefjes
En er zijn meer voordelen van schapen boven machines. ‘Schapen hebben gouden hoefjes’, is volgens Marleen van oudsher al een gezegde onder boeren. “Ze houden de bodemstructuur op orde. Ook zullen ze nooit kikkers of andere levende wezens vertrappen, terwijl een maaimachine die wel kapotslaat. En omdat ze selectief eten en met hun vacht en hun uitwerpselen zaden verspreiden, worden de weides steeds kruidenrijker. Dat is goed voor vlinders en andere insecten.”
Steeds meer gemeenten in Nederland en België kiezen dan ook voor een schaapskudde. Marleen heeft regelmatig contact met andere schaapsherders, waarmee ze tips en informatie uitwisselt.
Milieuvriendelijke bedrijfsvoering
Ook in haar bedrijfsvoering probeert Marleen zo goed mogelijk rekening te houden met het milieu. Als de schapen ’s winters bijgevoerd moeten worden, krijgen ze hooi afkomstig uit de Wijkermeerpolder: heel lokaal dus. Alleen zieke of zwangere dieren krijgen krachtvoer uit de fabriek, omdat ze dan extra mineralen nodig hebben.
De kuddes verplaatst ze bovendien zoveel mogelijk te voet. “Ik probeer zo min mogelijk brandstoffen te gebruiken, want zij hebben die brandstof zelf al in zich. Dus ik kijk altijd heel secuur hoe ik mijn wagenpark gebruik.”
99,9 procent blijdschap
Marleen oefent dit bijzondere vak al sinds 2012 uit. Ze maakt mooie en zware dingen mee; afgelopen zomer werd haar kudde nog getroffen door blauwtong, waardoor ze schapen heeft verloren en dit voorjaar niet zal gaan lammeren. “We gaan het doen met wat we hebben.”
Veel Wijkers leven met haar wel en wee mee. Een enkeling laat luidkeels weten zo’n schaapskudde maar niets te vinden, maar daar staat ze liever niet te lang bij stil: “Daar laat ik mijn dag niet meer door vergallen, 99,9 procent van de mensen is blij.”