Het is belangrijk dat zoveel mogelijk inwoners mee spreken over wat er in onze stad en dorp zoal gebeurt. Je mening geven over besluiten bedoel ik dan. Dus probeer ik zoveel mogelijk te luisteren, ook naar mensen die soms wat stiller zijn.

En niet alleen in de stad. Zo af en toe geef ik een dagje les op een basisschool. Iedere groep is anders maar een aantal zaken verloopt zo ongeveer het zelfde. Zo zijn er altijd een paar leerlingen die enthousiast vooraan zitten en bij iedere vraag de vinger opsteken. Er is er ook altijd wel één die achteraan zit, onderuitgezakt bestudeert wat buiten gebeurt. Mijn stille uitdaging is altijd die leerling aan de praat te krijgen.

Meestal begin ik met de vraag of zij weten wie de baas is binnen de gemeente. De Koning is een suggestie die nogal vaak genoemd wordt. Ik leg dan uit dat we geen baas hebben. Dat de gemeenteraad het belangrijkste is. En dat de gemeenteraad wordt gekozen door alle Beverwijkers. Dus dat eigenlijk de inwoners samen de baas zijn. Op die uitleg stak één van de enthousiaste voorin zitters direct de vinger op. Dat is leuk dacht ik. Mijn verhaal landt goed. “Mijn vader kent u” sprak het meisje. “Ah, dat is leuk antwoordde ik.

Ik vertelde nog het één en ander en toen nodigde ik ze uit iedere vraag te stellen die ze maar wilden stellen. Die waren er genoeg. Heeft u huisdieren? Bent u rijk? Heeft u kinderen? Hoeveel auto’s heeft u. Wat is uw lievelingseten? Tja, genoeg te bespreken maar echt een lesje staatsrecht werd het zo niet.

Ik bedacht maar eens een dilemma. De gemeenteraad moet vaak keuzes maken hield ik hen voor. Nu zijn jullie de gemeenteraad even. En stel je hebt 1000 euro die jullie aan een goed doel mogen geven. Er zijn twee doelen waar jullie uit mogen kiezen. De ene mogelijkheid is dat je het geld geeft aan een organisatie die mensen helpt die heel weinig geld hebben. Het andere doel is het geld geven aan een organisatie die dieren in nood helpt. Honden of katten die geen huis hebben en opgevangen moeten worden.

Zij gingen flink met elkaar in discussie en moesten na vijf minuten met argumenten hun stem uitbrengen. De discussie onderling barstte los. De leerling op de achterste bank liet het maar lopen. Hij bleef naar buiten kijken met ondoorgrondelijke blik.

Toen de stemming eraan kwam bleek een groot deel voor de dieren te kiezen. De dieren moeten geholpen worden. Het is zielig voor de dieren. Een paar voorbeelden van schrijnende gevallen passeerden de revue. Een minderheid gaf aan voor de mensen te kiezen. Immers zo sprak de woordvoerder van deze groep: “de dieren moeten worden geholpen door mensen, en als de mensen geen geld hebben dan kunnen zij de dieren ook niet helpen”.

De naar buiten starende zwijger keek mij aan en zei “Dat is een waarheid als een koe”.

Missie geslaagd!