Op zoek naar de ‘small five’ in Beverwijkse bermen
Je gaat er meestal gedachteloos aan voorbij, maar langs de paden, straten en wegen van Beverwijk bruist het van het leven. Terwijl jij langsloopt, wordt een zweefvlieg gelokt door de geur van een pijpbloem, zoeken mieren naar mierenbrood, schuilt een zandhagedis tussen de takken voor een bosuil… Om eens stil te staan bij al die natuur in de stad en het belang ervan, organiseerde gemeente Beverwijk enkele bermsafari’s, en daar was veel belangstelling voor!
Tijdens de bermsafari gaan we niet op zoek naar de ‘big five’, zoals tijdens een safari in Afrika, maar naar de ‘small five’. De enthousiaste ecoloog Klaas-Jan Koedijk heeft vijf kleine diertjes gekozen om naar te speuren. De eerste, de aardappelgalwesp, is makkelijk te vinden. Of toch in ieder geval zijn behuizing: de op aardappels lijkende bolletjes hangen in een eikenboom langs de parkeerplaats van begraafplaats Duinrust, waar de wandeling begint. Het is de eerste van een reeks ingenieuze natuurverschijnselen waar Klaas-Jan de groep op wijst.
Een andere mooie vondst zit beter verstopt: in het zaad van de stinkende gouwe – een veelvoorkomende plant – zijn kleine lichte stipjes te zien. Dit is mierenbrood, een lekker zoet hapje, waardoor mieren ermee gaan slepen en de plant zich verspreidt. Ook sommige andere planten hebben van dit mierenbrood. Dieren en planten werken zo samen. Als je daar de ruimte voor geeft, help je de biodiversiteit.
Bloemenzee in de berm
Sinds enkele jaren maait de gemeente de bermen minder vaak. We doen dit om de natuur zijn gang te laten gaan, zodat die enigszins kan herstellen. Met de natuur gaat het op dit moment namelijk steeds slechter. Door minder vaak te maaien krijgen planten en grassen de kans om te groeien en te bloeien. Dat zorgt voor veel extra eten voor belangrijke insecten, zoals bijen, hommels en kevers. En daar komen weer vogels op af. Bovendien houdt langer gras meer vocht vast en dat gaat uitdroging tegen.
Ook veel mensen genieten van de bonte bloemenzee, maar niet iedereen. “Ik vind het mooi, maar mijn zoon vindt het verschrikkelijk, zo slordig”, zegt een van de deelnemers. Een andere deelnemer merkt op: “Het is wel mooi, maar levensgevaarlijk, je ziet het verkeer niet.” Daar houdt de gemeente rekening mee: op alle plaatsen waar goed zicht moet zijn, wordt de berm kort gehouden. Zie je toch een situatie waar het zicht niet goed is? Dan kun je dat melden bij de gemeente. Een medewerker beoordeelt dan of het mogelijk gevaarlijk is. Tijdens de wandeling is het nieuwe maaibeleid duidelijk zichtbaar: vaak is de eerste meter langs het pad laag, daarachter staan de hoge bloeiers. Die variatie tussen kort en hoog vinden insecten fijn, legt Klaas-Jan uit. “Graafbijen houden bijvoorbeeld van zo’n stukje kaal zand tussen het korte gras.”
Klaas-Jan legt uit dat het ook goed is om je eigen tuin minder vaak te maaien. “Hiermee kun je zelf ook de natuur een handje helpen.”
Agressieve groeier, uitbundige bloeier
De wandeling gaat niet alleen langs bermen, maar ook door natuurpark de Duinen langs de Binnenduinrandweg. Hier heeft Klaas-Jan zowel goed als slecht nieuws. Om maar met het slechte nieuws te beginnen: langs een van de paden staat een woud aan Japanse duizendknoop. Deze plantsoort is ooit naar Europa gehaald vanwege de mooie bloemen, maar het is een agressieve groeier die andere planten wegdrukt. “Het wortelgestel is zo sterk dat het zelfs muren opzij kan duwen”, vertelt Klaas-Jan. De gemeente heeft al op veel verschillende manieren geprobeerd om de plant te verwijderen, maar dat is nog niet gelukt.
Even verderop is juist een heel mooie ontwikkeling te zien. Op een plek waar tot voor kort alleen gras en zand was, bloeien nu wilde orchideeën in uitbundig paars. De gemeente heeft het beheer aangepast, met dit mooie resultaat.
Niet alles is wat het lijkt…
Het is erg warm tijdens de wandeling en de droogte maakt de zoektocht naar de small five lastig; alleen het zandoogje – een klein bruin vlindertje – laat zich nog zien. Het spuugbeestje, het vlammend grasmotje en de duinslak blijven een mysterie. Maar het leuke van zo’n bermsafari is dat je altijd mooie beestjes tegenkomt, als je goed oplet. De groep staat stil bij een houtwal. Deze plek biedt voedsel en beschutting aan allerlei kleine dieren. En dat blijkt: de jongste deelnemers aan de wandeling zien ineens een prachtig zwart-geel insect op de takken. Klaas-Jan maakt een foto met de app ObsIdentify, waardoor hij weet te achterhalen dat dit de kleine wespenboktor is. Een onschuldig beestje, dat zich vermomd heeft als wesp om vijanden af te schrikken. Die tactiek gebruiken meer insecten. Schrik dus vooral niet meteen als je iets zwart-geels voorbij ziet vliegen, in de meeste gevallen is het een insect dat zich stoerder voordoet dan ‘ie is.
Koelte dankzij bomen
Het warme, droge weer is ook voor veel mensen reden om zich wat te verschuilen. Nu valt pas echt goed op hoe waardevol bomen zijn. Als de deelnemers stilstaan onder een flinke eik, is het daar meerdere graden koeler dan in de volle zon. Dat komt niet alleen doordat de boom als een parasol werkt; het is ook een airco, legt Niels Dekker uit, een gemeentemedewerker die meeloopt met de wandeling. “De bladeren geven verdamping af, dus de lucht wordt echt koeler.” De gemeente wil daarom meer bomen planten in de stad. “En tegels eruit in de tuin!” roept een van de deelnemers enthousiast. Want een groene stad, daar kunnen we allemaal aan meehelpen.
Sommige deelnemers lopen meerdere malen per week in dit gebied, anderen zijn er voor het eerst. Voor iedereen geldt dat ze verrast zijn over de rijkdom die je tegenkomt, als je er bewust bij stilstaat. Een aanrader? Zeker! Is het unanieme oordeel.
Wil je ook weten wat je allemaal ziet in de natuur? Installeer dan op je telefoon de ObsIdentify-app.