‘Duurzaam en goedkoop er helemaal te gek uitzien’

In 2024 is het twintig jaar geleden dat de zussen met hun kledingzaak begonnen. Dat ze voor tweedehands gingen, was in eerste instantie een praktische keuze: “Klanten brengen zelf kleding die ze niet meer dragen. Als dat wordt verkocht, krijgen ze een deel van de opbrengst. Zo hadden we weinig handel nodig om toch een zaak te kunnen beginnen”, legt Antoinette uit.
Toch was dat niet de enige reden. “We dachten ook aan duurzaamheid: spullen hergebruiken is beter dan spullen weggooien. Dat was onder onze klanten al vanaf het begin onderwerp van gesprek, terwijl het in die tijd nog helemaal niet zo hip en actueel was als nu.”

Niets gaat verloren

Niet alle kledingstukken die klanten brengen, zijn geschikt voor de winkel. Daarom werken Antoinette en Yvonne samen met Stichting Burgering. “Die zamelt kleding en andere goederen in voor Oost-Europa,” vertelt Antoinette. “Kleren die niet meer gedragen kunnen worden, vermaken ze tot lappen die ze verkopen. Van dat geld regelen ze het vervoer naar Oost-Europa. Zo wordt alles nuttig gebruikt. Dat past heel erg bij ons.”
Antoinette en Yvonne hebben namelijk al van jongs af aan geleerd om kledingstukken op waarde te schatten: hun moeder maakte veel zelf. Alleen rond Pasen gingen ze naar de winkel om iets nieuws te kopen: “Daar hechtten we niet eens zo erg aan. En dat ik de kleding van mijn zussen droeg, vond ik ook heel gewoon. Het was van goede kwaliteit.”

Nette keuzes maken

Naast kleding verkopen de zussen sinds enkele jaren woonaccessoires en sieraden. Ook daarbij letten ze erop dat het ‘netjes’ is, zoals Antoinette het uitdrukt. “Daarmee bedoel ik dat de arbeidsomstandigheden goed zijn en dat er zuinig wordt omgegaan met het milieu. We verdiepen ons in de werkwijze. Het bedrijf dat de kussens maakt die we verkopen, hergebruikt bijvoorbeeld water.”
Ze merkt dat de klanten dat ook waarderen en er zelfs wel naar vragen, voordat ze iets kopen. “Mensen die bewust tweedehandskleding kopen, doen dat niet voor niets, die willen bijdragen aan een betere wereld.”
Achter de toonbank staat dan ook een grote mand met hergebruiktassen: de meeste klanten hebben geen behoefte aan een nieuwe tas om hun aankopen in te vervoeren.

Geen gasverbruik meer

Ondertussen is de winkel ook energiezuiniger geworden, want sinds ruim een jaar is er geen gasleiding meer. Ook dat had in eerste instantie een praktische reden. De coronatijd was zwaar geweest, en toen daarna de gasprijzen omhooggingen, was het erop of eronder. Gelukkig dacht de huurbaas mee en vond hij het goed om het gas af te laten sluiten.
“Het was spannend: hoe koud zou het worden? Het pand is nauwelijks geïsoleerd. Maar het viel mee, je kunt je erop kleden. In de paskamer hebben we een elektrisch kacheltje dat snel warm is als klanten willen passen.”
Gelukkig reageerden de klanten begripvol en positief. Of het voor andere winkels een aanrader is, durft Antoinette niet te zeggen: “Klanten komen met jassen aan binnen, dus dat gaat wel goed. Maar je moet ook aan je personeel denken. Omdat wij als eigenaren zélf in de winkel staan, kunnen we sommige beslissingen makkelijker nemen dan andere ondernemers.”

Kleding doorgeven

In de twintig jaar dat Antoinette en Yvonne in de tweedehandskleding werken, is er veel veranderd. Steeds meer klanten komen langs omdat ze een duurzame keuze willen maken. Dat geldt ook voor jongeren. “Het leeft absoluut, nog meer dan onder mensen van onze generatie. Ik hoor het van mijn dochter: ze houden bijvoorbeeld ruilparty’s, waar ze kleding met elkaar uitwisselen. Geweldig vind ik dat.”
Tegelijk merkt ze dat het makkelijker wordt om online een shirtje van drie euro te kopen. “Tegen mijn eigen kinderen heb ik gezegd dat dát echt verboden is, want voor die prijs weet je zeker dat het onder vreselijke omstandigheden is gemaakt. Gelukkig willen ze dat ook niet.”

Tip voor kledingkopers

Voor iedereen die ook zorgvuldiger met kleding om wil gaan heeft ze een tip, die ze onlangs van een klant hoorde: “Zorg dat je niet meer dan 33 kledingstukken hebt, die je goed met elkaar kunt combineren. Áls je er iets bijkoopt, zorg je dat het bij de andere kledingstukken past. Liever één goed kledingstuk kopen, dan een hele stapel slechte spullen. Ik denk dat het heel duurzaam is, dat het heel goedkoop is en dat je er altijd helemaal te gek uitziet.”